Ik Student
Universiteit Amsterdam
profiel 1
profiel 2
profiel 3
profiel 4
profiel 5
profiel 6
profiel 7



‘In dat studentenwereldje voel ik me niet thuis’

Nette mensen


‘Mijn ouders en mijn broer zijn nette mensen. En mijn vriendinnen zijn ook allemaal nette studentjes die braaf doen wat ze moeten doen: studeren, werken, hockeyen en uitgaan naar Noodlanding in Paradiso. Dat is allemaal wel leuk, maar ik zoek naar meer dan dat. Ik heb het alternatieve gebeuren altijd leuk gevonden, maar ik durf misschien niet zo goed.’

Tussen twee werelden


‘Ik zit altijd een beetje tussen twee werelden in: aan de ene kant het studentenleven en het corps, aan de andere kant de alternatieve scene, met die trancefeestjes waar ze ook drugs gebruiken. Dat is zo’n contrast. Eigenlijk zit ik daar sinds mijn examen al tussenin. Daar heb ik moeite mee.’

Tongpiercing


‘Vier jaar geleden heb ik een tongpiercing genomen. Dat was voor mijn vader echt heel erg. Hij was niet boos maar teleurgesteld. Hij gaf toen de schuld aan mijn vrienden. Zij zouden mij hebben overgehaald. Maar het was helemaal mijn eigen keus. Dat was echt iets van mij. Ik ben er altijd mee bezig geweest. Met iets anders, zeg maar.’

Economiestudente Roos (24) heeft er last van dat ze nergens kan wortelen: ‘Ik zit tussen twee werelden in: aan de ene kant het studentenleven en het corps, aan de andere kant de alternatieve scene, met die trancefeestjes.’


Toen ze van de middelbare school kwam wilde Roos eigenlijk meteen op reis. ‘Ik was net achttien en wilde naar Australië en Thailand. Maar ik mocht niet van mijn ouders.’ In plaats van reizen ging ze economie studeren in Amsterdam. ‘Dat was wel pittig. Een heel nieuw leven: op kamers, het studentenleven en natuurlijk de studie. Om nieuwe contacten op te doen werd ik lid van het corps. Ik woonde in een huis met allemaal meisjes. Aan de ene kant was dat heel leuk en supergezellig, vooral het biertjes drinken en samen eten. Maar aan de andere kant was het ook erg niet vrijblijvend, want die studentenvereniging was heel erg corporaal. Er werd geroddeld en altijd op je gelet. Bij de jaarclub moest je altijd aanwezig zijn. Maar soms wilde ik zelf kiezen wanneer ik uitging en wat ik deed.’


Alternatief wereldje
Roos: ‘Na mijn eindexamen ben ik een keer met een vriendinnetje naar een trancefeest geweest en daar heb ik voor de eerste keer drugs gebruikt. Ik stond altijd al open voor nieuwe ervaringen. Dat was superleuk. Vooral de mensen in dat alternatieve wereldje vond ik interessant: hun ervaringen met drugs en de reizen die ze hadden gemaakt.’
Haar studievriendinnen vonden dat allemaal maar niets. ‘Soms vertelde ik wel eens aan vriendinnen wat ik in het weekend had gedaan, maar dan snapten ze er niets van. Ik heb zelfs een keer een vriendin naar zo’n feest meegenomen. Dat had ik beter niet kunnen doen, want ze vond het niks. Het zijn een beetje hippies met dreadlocks en zo.’
Om weer aansluiting te vinden bij de studie werd Roos in haar derde jaar lid van roeivereniging Nereus. ‘Ik roeide en ging drie keer per week hardlopen. Daar horen natuurlijk ook die borrels bij maar ik begon die steeds minder leuk te vinden. Ik merkte dat ik eigenlijk niet in dat studentenwereldje thuishoorde.’


Onbegrip
Ook in de alternatieve wereld kan ze moeilijk wortelen. Tussen twee werelden geklemd zitten kost veel energie. Dit heeft zijn weerslag op de studie. ‘Vroeger ging het studeren prima, maar nu zit ik in de bieb en duurt het een half uur voordat ik me kan concentreren. Als ik een bladzijde gelezen heb, zijn mijn gedachten alweer ergens anders.’
Met haar vriendinnen heeft ze het hier niet over. ‘Ik heb wel een paar goede vriendinnen, maar daar kan ik niet echt mee praten. Die snappen het niet. We hebben een heel ander leven. Het afgelopen jaar heb ik ook niet veel moeite gedaan om nieuwe mensen te leren kennen.’
Bij haar familie vindt ze ook geen begrip. ‘Mijn broer is altijd erg van het relativeren. Hij heeft economie gedaan en bij het corps gezeten. Hij zegt: ”Jouw leven is eigenlijk helemaal niet zwaar, je hebt geen problemen, je studeert nog en hebt geen hypotheek en geen kinderen.” Eigenlijk heeft hij wel gelijk, maar toch maak ik me druk.’


Een hoge drempel
Roos heeft er wel eens over gedacht om naar een psycholoog te gaan. ‘Maar ik vind dat ik eerst zelf moet proberen om hieruit te komen. Ik moet er even doorheen. Stress heb ik altijd al gehad, maar toch heb ik het idee dat het iets tijdelijks is. Misschien zou het wel beter zijn om een keer met iemand te praten, maar ik wil eerst zelf nog even kijken hoe het gaat.
Laatst sprak ik mijn ex-vriendje weer eens. Die was ook depressief en vertelde dat hij bij een psycholoog was geweest. Toen ik dat hoorde dacht ik dat dat misschien ook wel eens iets voor mij zou kunnen zijn, maar de drempel is echt hoog.’


Stoppen of afronden
Roos overweegt om te stoppen met haar studie. Haar familie en vrienden vinden dat een slechte beslissing. ‘Eigenlijk ben ik het wel met ze eens. Ik moet alleen nog maar mijn stage en scriptie. Ik heb wel al een stageplaats geregeld binnen een groot bedrijf. Dan kan ik echt kijken of economie iets voor mij is. Dan heb ik het in ieder geval geprobeerd. Eigenlijk wil ik gewoon klaar zijn met mijn studie. Ik wil het zo snel mogelijk afronden. Ik heb het gewoon gehad.’

Verhaal Ashur: ‘Het laatste wat ik wil is mijn vader teleurstellen’
Verhaal Lize: ‘Als je pas in de master instroomt, ken je helemaal niemand’
Verhaal Rinske: ‘Uiteindelijk overwint de liefde’
Verhaal Roos: ‘In dat studentenwereldje voel ik me niet thuis’


 print versie