Ik Student
Universiteit Amsterdam
profiel 1
profiel 2
profiel 3
profiel 4
profiel 5
profiel 6
profiel 7



‘Vrienden raak ik kwijt. Zo gaat dat bij mij’

Pure kinderen


‘Ik kon geen nee zeggen als mensen me vroegen om op hun kinderen te passen. Ik nam het zo serieus. Kinderen zijn heel puur. Als die vragen of je weer een keer komt oppassen, dan kan je geen nee tegen ze zeggen. Kinderen hebben het meteen door als je tegen ze liegt. Maar eerlijkheid en je volledig geven, daar kom je binnen een studie niet aan toe. Een studie vraag egoïsme, toewijding en opoffering. Studenten schuiven alles voor hun studie aan de kant.’

Zin van het leven


‘Met wie praat je tegenwoordig nou nog over de zin van het leven? Iedereen gaat eraan voorbij. Er is geen hond die nog omhoog kijkt om een vogel te zien. Niemand staat meer stil bij alledaagse dingen. Het voelt of ik daar totaal alleen in sta.’

Decaan


‘Vorig jaar werd ik voor het eerst in tien jaar opgeroepen door de decaan. Er werd toen alleen maar over punten gesproken.’

Marco is 33 jaar, heeft al een opleiding afgerond en is met zijn tweede studie bezig. Althans, hij staat ingeschreven, al tien jaar. Maar hij past vooral op kleine kinderen en de studie stagneert. Misschien moet hij maar eens in regressietherapie, denkt hij.


Na de middelbare school deed Marco de laboratoriumopleiding in Utrecht. ‘Ik heb de opleiding tot organisch chemicus binnen de daarvoor bestemde tijd afgemaakt. Dat ging heel fijn eigenlijk. Ik had geen problemen aan mijn hoofd en geen andere verplichtingen.’
Na zijn afstuderen werkte Marco twee jaar in een Duits laboratorium, maar hij keerde weer terug naar Nederland. ‘Als nuchtere Hollandse jongen vond ik het in Duitsland gewoon kil en doods.’ Omdat hij niet zijn hele leven in een laboratorium wilde werken, besloot hij een opleiding tot chemical engineer aan de HvA te gaan volgen.


Oppas
Binnen een week vond hij een kamer in Gein. Maar al snel ontstonden daar problemen omdat het dubbel werd onderverhuurd. Toen de situatie onhoudbaar werd vond hij gelukkig een nieuwe kamer. ‘Ik reageerde op een advertentie waarin een kamer werd aangeboden als je in ruil daarvoor wilde oppassen: twee keer in de week en soms in het weekend. Ik ben daar door een speling van het lot terechtgekomen, zo zie ik dat echt. Het klikte meteen met de ouders waarbij ik in ging wonen. Het afgelopen decennium ben ik daar eigenlijk blijven hangen.’


Makkelijk leventje
‘In het begin dacht ik dat het oppassen geen probleem zou zijn. Maar als je van 3 tot 6 met kinderen bezig bent doe je ’s avonds niet veel meer. Dat bleek al snel. Oppassen kost veel energie en er kwamen ook andere oppaskinderen bij.’
Met zijn studie ging het achteruit. ‘Ik had niet genoeg tijd gepland om mijn tentamens te halen, of het tentamen viel op een dag dat ik de kinderen moest ophalen. Op een gegeven moment verschoven mijn prioriteiten en verloor ik uit het oog waarvoor ik eigenlijk naar Amsterdam was gekomen.’
‘Ik had een makkelijk leventje, eigenlijk te makkelijk. Het was allemaal erg leuk, maar wel funest voor het studieprogramma. De kinderen compenseerden het totaal. Maar soms was het wel raar. Als ik dan met die kinderen in het park aan het spelen was, bedacht ik hoe andere studenten zaten te zweten op het tentamen. Dat was een gekke gewaarwording.’


Iets opbouwen
‘Als je dat een paar jaar doet, verandert je kijk op het leven. Dan loop jij met de kinderen aan de hand en zie je iedereen gehaast naar zijn werk gaan. Je ziet hoe ze zich hun hele leven uit de naad werken en een hoop poen verdienen. Maar zijn ze gelukkig? Ik ken namelijk een hoop mensen die met tegenzin naar hun werk gaan. Op een gegeven moment vraag je je af of je daar ook aan mee moet doen, of dat wel de juiste weg is. Want zodra je stopt met studeren moet je toetreden tot de maatschappij, moet je iets opbouwen. Dan krijg je huisje, boompje, beestje, misschien een auto van de zaak, en dan?’


Verloren vrienden
Met de jaren is Marco veel vrienden uit het oog verloren. ‘Na mijn eerste studie had ik wel vrienden, maar ik verloor ze uit het oog, zeker na dat jaar in Duitsland. Op de basisschool is dat ook al eens gebeurd. Daar had ik ook een vriend die ik uit het oog ben verloren, superjammer maar zo gaat dat gewoon bij mij. Mijn contacten met vrienden bestaan uit wat losse flarden. Hier en daar heb ik wel wat contact, maar het zijn niet echt vrienden waarmee je emotionele dingen kan bespreken.’


Psycholoog
Marco heeft het niet graag met anderen over zijn eenzaamheid. ‘In de eerste plaats omdat ik niemand wil lastigvallen. Er is me wel door mensen aangeraden om naar een psycholoog te gaan. Die gasten zitten ervoor, zeggen ze dan. Die hebben een salaris van hier tot ginder, die moeten jou gewoon ontvangen. Klaar.’ Ondanks zijn terughoudendheid is Marco vorig jaar op aanraden van een bevriende docent naar een psycholoog gegaan. ‘Maar ik had er niets aan. Wat heb je aan iemand die naar je ogen kijkt, iets opzoekt in zijn boek, en zegt: “Ah, jij bent verdrietig.” Hij leek me best een ervaren persoon, maar als dat het enige is wat hij kan zeggen! Ik had nog een diepzinniger gesprek met mijn moeder kunnen voeren. Uiteindelijk ben ik maar één keer geweest en heb ik het per e-mail afgehandeld.’


Frisse start
Marco denkt vaak aan een nieuwe start. ‘Misschien is het beter om te verhuizen, dit hoofdstuk af te sluiten en dan de studie af te maken. Dat is denk ik de enige manier.’ Ook overweegt hij in regressietherapie te gaan. Hij denkt dat een alternatieve aanpak hem zou kunnen helpen. ‘Het klinkt misschien heel zweverig. Maar de één is te trots en de ander heeft weer moeite om zich te binden of contact te leggen. Al met al is een mensenleven erop gericht om dat soort dingen in evenwicht te brengen. Dat je uiteindelijk een stabiel persoon wordt. Iedereen heeft wel iets.’

Verhaal Hoesem: ‘Verwacht niet te veel van mensen, dat voorkomt teleurstelling’
Verhaal Ida: ‘Zolang ik geen zelfmoordpoging doe is er niks aan de hand’
Verhaal Maartje: ‘Ik denk echt over alles na’
Verhaal Marco: ‘Vrienden raak ik kwijt. Zo gaat dat bij mij’
Verhaal Marianne: ‘Nu maak ik het af, al duurt het nog twintig jaar’
Verhaal Simon: ‘Als je niet in Amsterdam woont, lig je er wel een beetje uit’


 print versie