Ik Student
Universiteit Amsterdam
profiel 1
profiel 2
profiel 3
profiel 4
profiel 5
profiel 6
profiel 7


‘Je bent niet gestoord als je naar een psycholoog gaat’

Somberheid


‘Al sinds mijn elfde komt en gaat de somberheid met vlagen. Ik kan me de zomer nog herinneren dat ik dacht dat het nooit meer goed zou komen.’

Automutilatie


‘Ik denk dat er wel een verband is tussen stress en automutilatie, al kan ik daar niet precies de vinger op leggen. Stress is meestal chronisch en wat langzamer. Automutilatie is iets dat je overvalt. Het lijkt niet bewust te gaan. Het is alsof je koekjes eet en opeens constateert dat het pak leeg is.’

Handje vasthouden


‘Bij studeren word je op jezelf teruggeworpen. Als student moet je uiteindelijk toch een zelfstandig denkend en opererend wezen worden. En dat kan niet als ze je handje vasthouden. Er is niemand meer die je ’s avonds naar bed schopt of je er ’s ochtend aan je haren uitsleurt en zegt: “Hé kom op, ga eens wat doen.” Dus dan moet je het maar een paar jaar pittig hebben.’

Inmiddels voelt ze zich aardig weerbaar, maar dat gevoel heeft Mirthe (27) niet cadeau gekregen. Daar zijn periodes van stress, somberheid en andere narigheid aan voorafgegaan. ‘Maar als je daarin gaat zwelgen, wordt het erger.’


De studie geschiedenis paste niet bij haar, wist Mirthe na een jaar. Ze stopte ermee en ging twee jaar in een boekwinkel werken. Toch lonkte het studeren weer en op aanraden van een vriend ging ze Nederlands doen. ‘Waarom? Ik denk uit ijdelheid. Mijn hele peergroup was massaal naar de universiteit gerend, dus kon ik niet achterblijven.’
Nu is Mirthe 27 jaar en studeert ze al bijna vijf jaar Nederlands. Ze deed ruim anderhalf jaar over haar bachelorscriptie. Afgelopen voorjaar begon ze met haar master.


Staat van paraatheid
Er zijn wel wat zaken die een vlotte studie gedwarsboomd hebben: stress bijvoorbeeld. ‘Die komt op het moment dat ik in mijn agenda kijk en denk dat het misschien allemaal niet gaat lukken. Dan ga ik dingen voor me uitschuiven. Ik slaap niet lekker, verkeer in een verhoogde staat van paraatheid, maar er gebeurt niets. Ik ga wel naar de bibliotheek, maar zit te fluimen voor een langsspringende screensaver. Is de stress eenmaal weg, dan word ik neerslachtig. Dat is een soort naijleffect. In die periodes voel ik niets, terwijl ik wel heel ongelukkig ben. Ik voel me dan net een klont stopverf die geen kant op kan. Meestal is het een kwestie van wachten tot het weer overgaat, vaak in september. In het begin ben ik dan nog van slag en geagiteerd omdat ik weer op tempo moet komen, maar in oktober voel ik me weer fantastisch. Tot de deadlines weer komen. Dan kakt het allemaal weer in.’


Rotuniversiteit
Iets anders is dat Mirthe zichzelf al vanaf haar veertiende jaar opzettelijk pijn doet door in haar eigen huid te krassen of te snijden. Dit werd tijdens het studeren erger. ‘Vooral toen ik geschiedenis studeerde en kort daarna. Ik was net in Amsterdam komen wonen. Dat vond ik een rotstad en de VU een rotuniversiteit. Er gaven vervelende mensen les. Mezelf vond ik in die tijd ook heel stom. Ik had geen idee wat ik daar deed.’
Praten over haar geheim deed ze niet. ‘Ik praat eigenlijk pas een jaar of twee over mijn probleem, voor die tijd heb ik het nooit aan iemand verteld. Pas toen ik met zo’n ontstoken plek bij de huisarts kwam, vroeg hij of ik het zelf had gedaan.’


Verminkingspraktijken
Ze vind de term automutilatie nogal een grotesk woord voor haar probleem. ‘Mensen denken daarbij aan verminkingspraktijken, terwijl het volgens de psycholoog meer in de categorie valt van neurotisch haar uit je hoofd trekken of tot bloedens toe nagelbijten.’
Mirthe denkt dat haar neiging tot zelfverminking samenhangt met stress. ‘Daar reageer ik niet lekker op; ik vind dat angstige en opgejaagde gevoel verschrikkelijk onaangenaam. Stress manifesteert zich bij mij heel fysiek. Ik weet niet of automutilatie daar een direct gevolg van is, dat zou kunnen. Studeren is stilzitten en je concentreren. Dat is heel moeilijk als je denkt dat alles snel af moet. Misschien gaan stress en studeren daarom zo onhandig samen.’


Zwelgen
Hoe dan ook, Mirthe merkte dat haar neiging tot neerslachtigheid gemakkelijk versterkt werd door de studiestress. In het begin klaagde ze over die neerslachtigheid, maar nu accepteert ze die als een deel van haar leven. ‘Als je erin gaat zwelgen dan versterk je het. Somberheid is natuurlijk wel ernstig, maar het komt veel voor. Ik erger me aan mensen die bij elkaar depressief gaan zitten doen. Dan lok je het ook uit en ga je het koesteren. Het maakt je natuurlijk speciaal als je denkt dat je de enige bent die depressief is, maar als je op een gegeven moment de medicijnstrips om je heen begint te herkennen dan is het opeens een stuk minder exclusief, dan ben je een beetje een zeurpietje.’


Strenge meneer
Naar een hulpverlener gaan lag dus niet voor de hand. Tot haar huisgenoot een vriend naar de psycholoog ‘schopte’ omdat die niet vooruit te branden was. Mirthe: ‘In mijn ogen was dat een redelijk geslaagde jongen, al bijna afgestudeerd en met een leuk cv. Ik dacht altijd dat hij er wel zou komen. Toen dat niet zo bleek te zijn, realiseerde ik me dat je niet gestoord hoeft te zijn om naar een psycholoog te gaan. Dat maakte de stap voor mij kleiner.’
Met de eerste psycholoog die ze bezocht durfde ze het eigenlijk niet over haar problemen te hebben: ‘Dat was een hele strenge meneer.’ Maar ze had al snel door dat het geen enkele zin had om naar een psycholoog toe te gaan als je niet bereid bent om over alle aspecten van je persoonlijkheid te praten. ‘Je moet de koe bij de horens vatten.’
Op aanraden van een vriendin ging ze naar een studentenpsycholoog. ‘Die heeft mij geleerd dat je zelf verantwoordelijkheid kan nemen met betrekking tot je gevoelens. Het is net zoiets als fietsen. Je leert het door het te doen. Als je het niet kunt, lijkt het reuze ingewikkeld, maar als je het wel kunt is het simpel. Je moet jezelf even bij de lurven grijpen. Dat klinkt heel eenvoudig, maar het heeft wel een tijd geduurd.’


Natuurkracht
Ze is strenger en harder geworden voor zichzelf en zwelgt minder in haar ellende. ‘Eerst heb je het gevoel dat die depressie een natuurkracht is die je overweldigt. De eerste keren is dat ook zo, maar daarna ga je het herkennen. Op een gegeven moment krijg je er vat op. Ik ben beter geworden in mezelf terugfluiten. Dat vind ik een fijn gevoel. Ik heb ook minder last van stemmingswisselingen en als ik ze heb, dan reageer ik me minder af op mensen die er niets aan kunnen doen.’
Ze heeft veel geleerd van het studeren en is er uiteindelijk weerbaarder van geworden. ‘Het was een achtbaan. Ik denk dat het hoort bij volwassen worden. Ik durf niet te zeggen dat ik er nu een ster in ben om met neerslachtigheid om te gaan, maar er zit wel voorzichtig een stijgende lijn in.’
Nu wil ze snel afstuderen en dan meteen leuk werk vinden.

Verhaal Elle: ‘En weer werd ik afgewezen door een groep meiden’
Verhaal Joris: ’Altijd die neiging om op te geven of uit te stellen’
Verhaal Lodewijk: ‘Ik wilde niet steeds hetzelfde verhaal vertellen’
Verhaal Mirthe: ‘Je bent niet gestoord als je naar een psycholoog gaat’


 print versie